Henk Arendse

Het is crisistijd en mijn ouders hebben er geen weet van dat ergens diep in Duitsland op 21 maart 1933 concentratiekamp Dachau zijn poorten opent.
Zij trouwen op 26 september 1934 en runnen hun eigen lijmfabriekje “Perfecta”het latere Bisonkit. Financieel gaat het niet goed.
Mijn vader gaat op de fiets ,trein of auo vanuit Den Haag de schoenfabrieken langs in Brabant en legt ze uit hoe eenvoudig het is om op deze manier de zolen te plakken in plaats van spijkers en stikken. Mijn moeder doet de boekhouding en is zijn secretaresse. Mijn ouders krijgen het steeds moeilijker hun bedrijf draaiende te houden. Duitsland heeft Hitler in 1933 aan de macht gekregen en dat is te merken.
Ze kunnen op een gegeven moment de zaak verkopen aan Italianen maar met een fascistisch land doe je geen zaken (ironisch genoeg is de fabriek enige jaren geleden aan Italianen verkocht) en ze verkopen het aan iemand in Goes, die geen verstand van chemie heeft, maar wel het geld om het bedrijf uit Den Haag over te nemen.
Mijn vader gaat op 1 mei 1940 bij de Hevea fabriek in Arnhem werken en 10 mei breekt de oorlog uit .
Zijn broer vraagt mijn ouders lid te worden van een verzetsorganisatie in Den Haag.
Mijn ouders overwegen het en het feit dat ze aan het eind van het jaar een baby verwachten ,besluiten ze toch zich aan te sluiten.
Mijn ouders nemen de stencilmachine in huis en de vergaderingen vinden bij hun thuis plaats. Pamfletten worden door hen verspreid en mijn vader laat ze achter in treinen en op stations als hij op reis is.
op 21 december 1940 wordt hun dochter Kitty in Den Haag geboren.
Op 9 september 1941 in de namiddag om 17:30u wordt hij thuis opgewacht door de SD en opgepakt.
Met de mededeling "Hij komt zo weer thuis mevrouwtje" krijgen ze geen tijd om afscheid te nemen. Zo weer thuis betekende 3 jaar en 9 maanden later. Via het Binnenhof waar hij op dramatische wijze wordt ondervraagd maar zijn mond niet open doet , belandt hij in de Scheveningse gevangenis het "Oranje hotel" en blijft daar tot maart 1942 en wordt dan naar kamp Amersfoort overgebracht.
Hij krijgt daar een zware oor- en longontsteking en gaat zo ziek als hij is, na enkele weken,op 10 maart 1942 door naar KZ Buchenwald.
Daar krijgt hij het kenmerk NN er wat betekent "je bestaat niet meer voor de buitenwereld" het is zwaar werk wat hij daar krijgt en leert daar de griffier van de provincie Utrecht kennen, Gerrit Jan van Deventer kennen en beiden filosoferen over vele zaken .
Op 6 september 1942 wordt hij nog steeds ziek samen met Gerrit Jan op transport gesteld naar Sachsenhausen-Oraniënburg en na enkele dagen gaat hij naar het buitencommando Klinkerwerken, de werkplaats van de beruchte architect Speer. Hij staat 3 maanden in het water en leem te werken tot aan zijn knieen.
Hij wordt ernstig ziek en wordt na 3 maanden naar Sachsenhausen terug gebracht en komt in het dodencel
Hij ziet hoe ze met bosjes sterven, de onttakeling van de mens. Hij weigert te eten uit angst voor de infecties die er heersen
Gerrit Jan die geen NN er is en contact mag hebben met zijn familie, schrijft zijn vrouw in Zeist,"wonen Henk en Stien nog steeds op hetzelfde adres in Den Haag....en heeft Henk nieuwe schoenen nodig?" Zijn vrouw bereikt de brief als haar man al is overleden in december 1942 en reist naar Den Haag. Mijn moeder weet niet waar haar man is maar nu wel en Henk heeft een ongelukkige voet dus er wordt een plan gemaakt , De broer van mijn moeder moet voor de Arbeitzeinsatz alleen naar Duitsland reizen om goud op de halen in Riga. Hij wil niet en onder duiken, maar nu wel en reist alleen via Saksenhausen en brengt bij de poort de schoenen voor mijn vader. Mijn vader krijgt inderdaad door een wonder de schoenen en staat in de dodencel en geeft de Kapo de schoenen in ruil om naar het Revier te mogen en dat gebeurt!
In het revier werken oa Hubert Rutten, een Belg en Freek Bischopf van Heemskerk , beiden gevangenen en lappen hem op. Freek zegt later"Henk was meer door dan levend"
in maart 43 gaat hij op transport naar Natzweiler, het beruchte NN kamp in de Vogezen op dat moment Duits grondgebied.
Zijn voeten open tot op het bot zeult hij iedere dag de lorries de berg op en af. Later wordt hij overgeplaatst naar de "Kartoffelkeller". De Nederlanders helpen elkaar zoveel als ze kunnen en wie een stukje brood kan "regelen"deelt dat met zijn medegevangenen. Het worden na de oorlog vriendschappen voor het leven.
De geallieerden rukken op en ze vertrekken op 6 september richting Dachau. Ter hoogte van Stuttgart is er een groot bombardement van de Engelsen en de trein blijft staan op het station. De bewakers vluchten en de gevangenen blijven in afgesloten wagons zonder eten en drinken staan en kunnen niet vluchten. de trein zet zich in de ochtend weer in beweging richting Dachau,
Daar moeten zij zich uitkleden en wordt hun lichaam geschoren en ontluist daarna volgt een uren lang appel.
Hij wordt overgeplaatst naar Allach, oa met Pim Boellaard en Ernst Sillem waar hij in de BMW fabriek moet werken.
in januari 1945 komen de Duitsers erachter dat er NN gevangenen in Allach werken en die moeten terug naar het hoofdkamp. Bijna alle NNérs worden verzameld en teruggebracht naar het hoofdkamp Dachau op 26 januari 1945 Er breekt vlektypfus uit , de bewakers zijn als de dood dat ze het ook krijgen.
Daar ziet hij ook zijn verzetsvriend Hans Polak weer, die met hem in Den Haag in het verzet zat. Hans was met de beruchte dodenmars uit Auschwitz in Dachau aangekomen en (zijn vrouw Annetje Polak(Fels) Kupferschmidt kwam via Auschwitz in Gross Rozen terecht en werd daar bevrijd) was ernstig verzwakt. Hans overlijdt 19 februari 1945 en zij hebben elkaar nog gezien.
Mijn vader krijgt vlektyphus en raakt 2 weken coma.
Als de bevrijding op 29 april 1945 om 17:28 uur is door de Amerikaanse rainbow division is hij net weer bij kennis.
.
Het duurt nog geruime tijd voordat hij thuiskomt . Op een openvrachtwagen met oa Pater Rotkrans uit Vaals vertrekken ze uit Dachau via Nurnberg waar ze overnachten om de volgende dag via Vaals, waar ze weer overnachten op 26 mei in Eindhoven aankomen en in het Veem gebouw worden ondergebracht.
Maar in de nacht van 1 op 2 juni 1945 is het zover.
De hele familie zit bij mijn moeder thuis op hem te wachten. Een vrachtwagen brengt hem vanuit Eindhoven thuis.
Intens vermagerd maar gelukkig komt hij binnen.
Iedere keer als er iemand binnen komt, biedt hij heel galant zijn stoel aan .Och wat, hij kan wel staan hoor...
Ze geven hem geld zodat hij iets kan kopen voor zichzelf, maar hij geeft in plaats daarvan mijn moeder een nieuwe jurk.
Ze heeft op hem gewacht al die jaren en is hem trouw gebleven en ze heeft goed voor hun dochter gezorgd.
Hij weet dan nog niet dat zij op 8 februari 1943 zelf ook is opgepakt en na het Binnenhof voor het verhoor naar het Oranjehotel is overgebracht. Hoe lang zij daar heeft gezeten weten we niet, de gegevens zijn door de Duitsers vernietigd. Zij zat in de cel met de dochter van van Starkenborgh Stachouwer.
Van de waarde van geld heeft hij totaal geen verstand meer. Na een week pakt hij de draad weer op.
Er moet gewerkt worden. Hij werkt mee met het zoeken naar gedeporteerden en hun families en of er hulp nodig is. Op 1 september 1946 gaat hij weer bij Hevea werken.
Op 3 juli 1946 wordt Sonja geboren.
Aanvankelijk besluit mijn vader te emigreren naar Australië een land zonder oorlog verleden maar mijn moeder zegt pal voor de reis Neen en ze blijven in Nederland. Ze besluiten dan Den Haag te verruilen voor Laren.

In mijn jeugd zie ik vele kampvrienden van mijn vader op visite komen met hun jonge vrouwen en hun kinderen.
De Natzweiler vrienden is een hechte groep en wij gaan als eerste kinderen mee naar de reünies van deze groep en vakanties worden daar vaak begonnen of afgesloten. Het is een sociaal mens, niet haatdragend maar vaak moeilijk voor zijn gezin over bezorgd en snel driftig
In het voor en najaar heeft hij angst dromen en is dan zeer depressief.
Op 26 april 1996 overlijdt mijn vader na een lange ziekteperiode 84 jaar oud en op 29 april 1996 om 17:20 uur de dag en uur van de bevrijding van Dachau wordt hij gecremeerd.
Ik bewaar goede herinneringen aan mijn vader. Hij was een zorgzame , lieve vader die zijn hart op de goede plek had voor zijn medemens.
Hij heeft mij geleerd niet haatdragend jegens de Duitsers te zijn, " er waren er ook die niet anders konden"
Toen hij overleed was hij op een paar maanden na 60 jaar met mijn moeder getrouwd. Mijn moeder is op 100 jarige leeftijd op 10 december 2014 overleden
Sonja Holtz-Arendse